Toen in 1986 de kerncentrale in Tsjernobyl ontplofte, werden enorme wolken radioactiviteit de atmosfeer in geblazen. In heel Europa werd de verhoogde radioactiviteit gemeten, en zelfs aan de Oostkust van de Verenigde staten was de straling hoger dan gewoonlijk. Het gebied om de kerncentrale is na het ongeluk afgesloten. De steden verlaten, en tegenwoordig niet meer dan een stille getuigenis van wat er gebeurd is. De natuur nam terug wat ooit van haar was, en de straten zijn dichtgegroeid met bomen. Wolven, wilde zwijnen, ooievaars en wilde paarden zijn de nieuwe bewoners van het gebied.