woensdag, juni 28

De Nederlandse missie naar Uruzgan heeft een eerste deserteur. Het gaat om een soldaat eerste klasse van het 44e pantserinfanterie-bataljon te Havelte. De soldaat zou halverwege april worden uitgezonden naar Uruzgan, maar was op de dag van vertrek niet aanwezig op het militaire vliegveld in Eindhoven. Nadat hij anderhalve week had rondgezworven, is hij door zijn vader bij de Koninklijke Marechaussee afgeleverd. Daar heeft hij een nacht in de cel gezeten.
Het ministerie van Defensie heeft tot nu toe geen ruchtbaarheid gegeven aan de zaak, maar bevestigt het verhaal tegenover Vrij Nederland. Volgens een voorlichter kampt de militair, die begin twintig is, mogelijk met psychische problemen als gevolg van een eerdere uitzending naar Irak: ‘Hij heeft aangegeven compleet in de war te zijn en is daarom gevlucht.’
Binnenkort wordt de soldaat in het militair hospitaal te Utrecht onderzocht op posttraumatische stress-stoornis (ptss). ‘Als hij daadwerkelijk ziek is, dan zal de militair worden behandeld en hoeft hij niet naar Afghanistan,’ zegt de voorlichter.
Mocht de soldaat psychisch in orde zijn, dan zal defensie hem oneervol ontslaan en voordragen voor strafvervolging. ‘Of hem desertie of dienstweigering ten laste gelegd wordt, dat moet het Openbaar Ministerie besluiten,’ zegt voorzitter Jan Kleian van de militaire vakbond Acom, waarbij de soldaat is aangesloten.
Opmerkelijk genoeg is de deserteur afkomstig uit dezelfde compagnie als dienstweigeraar ‘Jonas Havenaar’. Die karakteriseerde begin april in Vrij Nederland het 44e pantserinfanteriebataljon als ‘een kindercrèche’ en ‘een groepje hangjongeren’. Op 3 juli aanstaande moet hij voorkomen bij de rechtbank in Arnhem.