maandag, november 24

De Verenigde Staten hebben plannen ontwikkeld om van Guantanamo Bay een vernietigingskamp te maken, met zijn eigen dodencellen en executieruimte.

Gevangenen zouden berecht, veroordeeld en geëxecuteerd worden zonder het kamp te verlaten, zonder een jury en zonder de mogelijkheid om in beroep te gaan, aldus de krant The Mail on Sunday gisteren. De plannen werden onthuld door generaal-majoor Geoffrey Miller, die de scepter zwaait over 680 verdachten uit 43 landen.

De verdachten worden al meer dan anderhalf jaar lang zonder aanklacht vastgehouden op Camp Delta op Cuba. Generaal Miller zei dat de bouw van dodencellen één van de plannen was. Een ander plan was de vestiging van een blijvende gevangenis, met eventueel een executieruimte.

The Mail on Sunday berichtte dat dit besluit als logisch gezien wordt door de VS, die over de hele wereld aangevallen werd voor het breken met de Conventie van Genève. In het kamp op een VS-marinebasis op Cuba worden van terrorisme verdachte Afghanen als krijgsgevangenen vastgehouden.

Maar het heeft de afschuw gewekt van mensenrechtengroeperingen en advocaten die de gevangenen vertegenwoordigen. Ze zien het als het duidelijkste signaal dat Amerika niet bereid is om zich aan de regels van het internationaal erkend recht te houden.

De VS hebben gezegd dat de gevangenen berecht zouden worden door tribunalen, zonder juries of mogelijkheden in beroep te gaan. Gevangenen zullen alleen worden toegestaan Amerikaanse advocaten te hebben.

De Britse activist Stephen Jakobi, van Fair Trials Abroad, zei: "De VS schreeuwen moord en brand tegen elke druk om zich te houden aan het Brits of elk ander soort internationaal recht."

Professor van het Amerikaans recht, Jonathan Turley, die Amerikaanse protesten van burgerrechtengroepen heeft geleid tegen de militaire tribunalen die opgericht worden op Guantanamo Bay, zei: "Het verbaasd me niet dat de autoriteiten dodencellen bouwen, omdat ze gezegd hebben dat ze 'halsmisdaden' zouden berechten door deze tribunalen." "Dit kamp werd opgezet om mensen te executeren. De regering heeft geen belang in langdurige gevangenschap van mensen die het beschouwt als keiharde terroristen." Engeland gaf toe dat het niet was ingelicht over de plannen. Een woordvoerder van premier Blair zei: "De Amerikaanse regering is zich heel goed bewust van de mening van de Britse regering over de doodstraf."

zondag, november 23

Wat niemand nog had verwacht, gebeurt dan toch: dit weekend ligt Chinese Democracy, de nieuwe cd van de Amerikaanse rockband Guns N’ Roses, in de winkel. De band begon met werken aan de cd in 1995. Het verschijnen werd de laatste jaren talloze malen uitgesteld. Axl Rose, het enige overgebleven bandlid van de groep die sinds 1983 ruim honderd miljoen albums verkocht, zette de nummers van de nieuwe cd deze week als voorproefje op internet.

Iedere inwoner van de Verenigde Staten krijgt een blikje cola van Dr. Pepper. Dat beloofde het frisdrankmerk als Chinese Democracy dit jaar nog zou uitkomen. Het frisdrankbedrijf heeft zich aan die belofte gehouden. Het verschijnen van de cd van Guns N’ Roses na meer dan tien jaar mag dan een gebeurtenis zijn, toch is het niet waarschijnlijk dat Chinese Democracy de wereld muzikaal op zijn kop zal zetten.

Het album klinkt verrassend gewoon. Chinese Democracy is geen meesterwerk, maar de cd zal de nog overgebleven fans niet teleurstellen. Het is vooral een album geworden zonder concessies. Rose gaat een paar keer stevig tekeer in hardrockliedjes, die doen denken aan de beginjaren van de groep. De melodieuze rocksong Catcher in The Rye lonkt zelfs nadrukkelijk naar de gouden jaren ’80, waarin de hardrockgroep hits scoorde met meezingers als Paradise City en November Rain. Klik op het hoesje voor download met hoesjes.

CDA-voorman Pieter van Geel blies de discussie nieuw leven in, maar in Amsterdam pakken ze nu door: maar liefst 43 coffeeshops gaan op slot, waaronder ook de wereldberoemde Bulldog op het Leidseplein.

Laatstgenoemde ligt te dicht bij het Barlaeusgymnasium, waar heel Amsterdam Zuid zijn kinderen naar school doet. Te dicht bij een school gesitueerd, geldt overigens ook voor die andere 42 koffiebarretjes die moeten sluiten. Burgemeester Cohen beroept zich op regelgeving vanuit Den Haag.

BOEIEN! Zelfs als alle coffeeshops verdwijnen laten wij geen traan. Als het kamp niet meer heeft, bellen we Rachid de Marokkaan. En naast hem woont een oma die haar zoldertje vol heeft staan. Zo kom je eraan, zo kom je eraan zo kom je eraan...

woensdag, november 19

Down in Antarctica, November marks the end of spring, the beginning of austral summer, and the beginning of Antarctica's cruise season.

The Sun just rose for the first time in 6 months on September 22nd, and is now visible in the sky all the time.

Recent studies in Antarctica have brought new insights into the origins of deep sea octopus species (a 30 million-year-old ancestor from Antarctic waters), volcanic contributions to disappearing antarctic ice, and the effects of increasing numbers of icebergs scouring the seafloor. Collected here are 32 photographs of Antarctica from the past several years.
Yesterday was Veteran's Day (or Armistice or Remembrance Day, depending on where you live), a day set aside to honor those who have served in the military.

Today, on the day after, it seems appropriate to share some photographs of U.S. soldiers currently in the thick of war in Afghanistan.

Getty Images photographer John Moore spent some time recently in Afghanistan's Korengal Valley, near the Pakistani border, with Viper Company of the 1-26 Infantry, and brought back these images, documenting what he saw. The final two photographs do not involve Korengal, but are striking examples of these difficult and complex times, and the sacrifice of one American family.
Als er één project is waar we blij mee mogen zijn dat Adolf zelf zich ermee bemoeide, was het de Me 262 Schwalbe wel. Of zijn bommenwerpende eisen die de productie vertraagden het verloop van de oorlog hebben beïnvloed valt echter te betwijfelen. Dat het menige geallieerde vlieger het leven heeft gespaard is wel vrij zeker.

Er werden ondanks die productievertragende eisen en de zware bombardementen op Duitsland toch 1433 Me 262’s geproduceerd in de laatste twee oorlogsjaren, waarvan 865 in 1945. Slechts zo’n 200 vonden hun weg naar een operationeel Jagdgeschwader, Kampfgeschwader of Jagdverband.

Meerdere vliegers schoten ‘ace’ aantallen toestellen neer met de 262 die uiteindelijk een 5:1 kill ratio liet zien. III/JG7 werd het meest succesvolle Jagdgeschwader. Het claimde tussen de vorming in november 1944 en het eind van de oorlog 427 geallieerde toestellen waarvan 300 viermotorige bommenwerpers. Plaatje is leuke link. Speciale website over stormbirds hier

vrijdag, november 14

De Eskimo's van de nederzetting Shishmaref in Alaska leven al jaren in een nachtmerrie: door de gevolgen van de opwarming van de aarde zal hun eiland binnen tien jaar door de zee verzwolgen zijn.In de film wordt het leven van een aantal families en personen op het eiland geschetst in deze voor de gemeenschap moeilijke en spannende tijden. Ze hebben besloten om naar het vasteland te verhuizen. Maar de verschillende generaties denken anders over hun -nabije- toekomst.

De jongeren willen graag verhuizen naar een plek dichter in de buurt van de grotere steden in Alaska terwijl de ouderen de voorkeur geven aan een verlaten plek waar zij hun traditionele levenswijze kunnen voortzetten Uiteindelijk is de keus gevallen op Tin Creek. De ouderen zijn blij met de gekozen plek voor de herlocatie. Tin Creek ligt weliswaar op het vaste land van Alaska maar ligt net zo afgelegen van de bewoonde wereld als het eiland.

woensdag, november 5

"Na drieënhalf uur lopen zagen we Mikalati liggen. Op de heuvelflank stonden honderden koeien met gewelfde hoorns; daartussen liepen mannen met hoeden en stokken heen en weer, keurend, prijzend. Uit het dal steeg een zacht gegons op, dat sterker werd naarmate we, laverend tussen de koeien, dichterbij kwamen. In de gekleurde vlek in de diepte tekenden zich strooien afdaken af. Daartussen krioelde het van pratende, lachende, gebarende marktgangers. Zodra ze ons in de gaten kregen, stootten ze elkaar aan en algauw draaide de menigte zich als één man onze kant op."

Bij Uvira, een provinciestadje in Oost-Congo, rijst een bergwand op waarachter de hoogvlaktes liggen, een onherbergzame streek zonder wegen of elektriciteit die door de Belgen nauwelijks gekoloniseerd werd. Het is een gebied zoals er in Afrika zovele zijn: een mengeling van militarisme, bijgeloof en profetieën regeert het dagelijks leven. De kolonel die er de scepter zwaait, wijst Lieve Joris een gids toe. Ze trekken van markt naar markt, logeren in hutten bij lokale priesters en onderwijzers. Het landschap lijkt gedompeld in een Bijbelse rust, maar naarmate ze verder reizen, begint de macht van de kolonel te tanen en wordt de gids onzekerder.

’s Nachts bezweert de bevolking haar angst voor oorlog met opzwepende kerkdiensten. Lieve Joris’ reis door Congo begon ooit in het uiterste westen van het land, waar haar heeroom missionaris was. De hoogvlaktes in het oosten zijn als de laatste hindernis die ze moet nemen. In dit oude landschap komen herinneringen aan het dorp van haar jeugd met grote kracht naar boven.

maandag, november 3

De Britten deelden tijdens de Eerste Wereldoorlog 3080 keer de doodstraf uit aan eigen manschappen. 346 keer werd deze straf ook daadwerkelijk voltrokken, waarvan 306 keer voor desertie en lafheid. Onder de geëxecuteerden bevonden zich slechts drie officieren; de rest was onderofficier of soldaat. Het merendeel van de executies (322) vond plaats rond de “Ypres Salient”. Executies dienden tevens als afschrikwekkend voorbeeld.


Bevelhebbers achtten het wenselijk dat de manschappen banger waren voor de eigen keiharde discipline, dan voor de vijand.

Soldaat (private) Thomas James Highgate, was de eerste die werd gefusilleerd. Op 6 september 1914 werd hij een paar kilometer van zijn compagnie in burgerkleren aangetroffen en dezelfde dag nog veroordeeld. Twee dagen later, om 7.07 uur in de morgen, werd hij op bevel van hogerhand 'zo publiekelijk mogelijk' geëxecuteerd.


Zonder uitzondering werden alle 306 bij dageraad doodgeschoten. ‘Shot at dawn’ wordt decennia later dientengevolge de geuzennaam van deze groep.

De krijgsraad voor halsmisdaden, de Field General Court Marshall, bestond uit drie officieren, onder wie de president. Vaak waren de leden van hetzelfde regiment als de veroordeelde. Ze waren geen juristen. Hun oordeel hing af van hun eigen interpretatie van de Manual of Military Law. De aanklager was meestal een adjudant uit het regiment van de aangeklaagde. Pas vanaf 1917 kwamen er Court Martial Officers, mensen met juridische kennis, die de krijgsraad met juridisch advies bijstonden. De verdediger, de zogenaamde “prisoner’s friend”, kreeg –als hij er al was, want vele aangeklaagden verdedigden zichzelf - maar enkele uren voorbereiding. Het hele proces, inclusief het horen van getuigen en de uitspraak namen amper een half uur in beslag. Beroep was niet mogelijk.

Indien de doodstraf werd uitgesproken, moesten enkele “senior officers” de zaak nog eens beoordelen en de uitspraak bekrachtigen. Vanaf 1917 kostte dat te veel tijd en gingen de papieren rechtstreeks naar veldmaarschalk Douglas Haig. Iedere keer staat er slechts 'confirmed'. In één geval, waarin de soldaat (Arthur Grove Earp, 1/5 Warwick) een beroep deed op het feit dat hij totaal van slag was geraakt door een granaatexplosie, schreef Haig: “How can we win if this plea is allowed.”


Een executiepeloton bestond uit zes tot twaalf man, die als eerste taak van de dag opdracht hadden een doodvonnis te voltrekken. In de dageraad werd de veroordeelde geblinddoekt aan een paal of op een stoel vastgebonden. Hij kreeg - om het richten te vergemakkelijken - een witte doek of een stuk wit papier op zijn hart gespeld. De veroordeelde werd soms met drank of morfine van tevoren verdoofd om dramatische scènes te voorkomen. Voor leden van het executiepeloton was zo’n gebeurtenis traumatisch. Soms werden ze gedwongen om een medestrijder te executeren. Velen van hen kregen na de oorlog last van nachtmerries. Het verhaal gaat dat één keer een executiepeloton heeft geweigerd te schieten. De officier moest het toen zelf met een nekschot doen. Zelden was de veroordeelde op slag dood. Daarom riep één veroordeelde (weer volgens de overlevering) uit: “In godsnaam, schiet raak”.
Voormalig officier van de inlichtingendient MI-5, John Hughes Wilson, zegt over de executies:’ Het is een waarschijnlijk een Hollywood verzinsel dat de verantwoordelijke officier luidkeels het bevel tot vuren gaf. Het bevel om te vuren werd met handsignalen gegeven. Het slachtoffer wist niet wanneer het ging gebeuren.”


Sergeant John Thomas Wall, NCO (= non commanding officer: onder-officier), geboren 1895, geëxecuteerd 6 September 1917, rangnummer 13216, Worcestershire Regiment.Wall neemt dienst in 1912 en gaat in 1914 als lance corporal naar Frankrijk. Hij vecht daar 13 maanden onafgebroken, voordat hij weer eens verlof krijgt. Hij maakt Ieper 1, 2 en 3 mee. In 1917 wordt hij vanwege zijn prima gevechtsmentaliteit, discipline en goede karakter tot sergeant benoemd.
Op 10 augustus 1917, om twee uur in de ochtend komt het bevel om op te rukken richting de vijand. De pelotons, zwaar bepakt, zoeken zich een weg door de modder en het door gifgaswolken bedekte terrein. Het leidende peloton raakt echter de weg kwijt. Een hevig bombardement van de Duitse artillerie barst los en het peloton raakt nog meer in verwarring. Een luitenant geeft bevel dekking te zoeken. Wall heeft geluk, hij kan met acht anderen schuilen in een nabij gelegen dug-out, een soort betonnen bunker. Anderen zoeken beschutting rondom de dug-out. Als de kanonnen even zwijgen, komt Sergeant major Davies de groepjes halen om hen naar hun vertrekpunt te sturen.In de dug-out is ook soldaat W.H. White, die later getuige à charge zou worden. Van buiten, aldus White, klonk op gegeven ogenblik het bevel “to fall in”. Zes man gaan uit de dug-out, maar Wall, White en Rowlands blijven achter. White verklaart: “Toen het bombardement ophield, zijn we naar buiten gaan kijken waar de compagnie was. Maar die was verdwenen. We gingen er van uit dat ze terug waren gegaan naar de spoorweg dug-outs. Op dat moment begonnen de Duitsers weer te schieten. We zijn de hele dag, nacht en volgende dag in de dug-out gebleven. De volgende avond zijn we om een uur of vijf of zes terug gegaan naar de spoorweg dug-outs om te wachten tot de compagnie terugkwam uit de strijd.” Dat gebeurde de volgende dag. Wall meldde zich bij de sergeant, waarna hij beschuldigd werd van desertie.


John Hughes Wilson is 84 jaar later van mening dat Wall terecht van desertie is beschuldigd: “Hij is langer dan nodig in die schuilplaats gebleven. Er was absoluut een mogelijkheid om óf op te rukken óf om terug te gaan. Ik denk dat Wall gestraft is voor het feit dat een sergeant zijn troepen voor moet gaan in de strijd en het goede voorbeeld moet geven.” Piet Chielens, met de Andere Tijden filmploeg op de lokatie waar deze desertie zich heeft voorgedaan, is een hele andere mening toegedaan. De conservator van het museum in Ieper zegt over het proces tegen Wall: “Hij is onterecht veroordeeld. Hij zat precies in het schootsveld van de Duitsers en als hij geprobeerd had om terug te keren naar zijn eigen troepen, dan hadden de Duitsers hem doodgeschoten. Was dat verstandig geweest? Achteraf gezien heeft Wall een klein foutje gemaakt, maar wel op een heel verkeerd moment. Bij de aanval zijn 90 soldaten en 4 officieren om het leven gekomen. Daarom moest er een bloedoffer gebracht worden. De bevelhebber van de aanval was luitenant kolonel Alexander Johnston, een bekende en gevierde Hampshire cricketer, die het commando net 24 uur voor de aanval had overgenomen. Toen de eerste aanval onder zijn leiding op een fiasco was uitgelopen, moesten er - om de aandacht af te leiden - zondebokken worden gezocht. Dat werd dus Wall."


Wall schrijft een dag voor zijn proces nog een brief aan zijn zus. Op een koetjes-en-kalfjes-toon schrijft hij eerst dat hij voorlopig nog niet mag trouwen met “die Belgische”. Het niet geven van toestemming voor een huwelijk, was overigens een manier van de bevelhebbers om te voorkomen dat soldaten te veel aan hun toekomst zouden denken, waardoor ze immers voorzichtiger in de strijd zouden worden. Hij doet er alles aan om zijn zuster duidelijk te maken dat er niets aan de hand is, maar sluit toch af met de dubbelzinnige tekst: “Remember me to all”, alsof hij toch een voorgevoel heeft van zijn trieste lot.Chielens: “Hij schrijft niet dat hij het uitgemaakt heeft maar dat hij even niet mag trouwen. Hij heeft nog hoop voor de toekomst. Hij verwacht dat hij een douw krijgt, misschien wel dat hij in rang wordt teruggezet of geen soldij ontvangt, maar hij heeft hoop. Hoop die de volgende dag de grond in wordt geboord.”De rechtszaak is slechts een formaliteit. Chielens: “De krijgsraad doet er maar een half uur over om Wall schuldig te bevinden aan desertie. Tijdens het proces is geen moment gekeken naar de staat van dienst van Wall; hij was nog nooit ergens anders voor veroordeeld en had meer onder vuur gelegen dan alle leden van de krijgsraad. Nu staat op het verslag alleen die ene zin van Haig: “confirmed” . Het tekenen van doodvonnissen is voor hem een routinezaak, lopende bandwerk geweest.”

De dag voor de executie wordt John Thomas Wall overgebracht naar een kleine cel in het centrum van het stadje Poperinge. Vanuit het enige raam kan Jack, zoals zijn familie hem noemt, de executiepaal zien staan op de kleine binnenplaats van het gemeentehuis. En bij dageraad, om 5.25 op 6 september 1917, lossen zes soldaten uit zijn eigen bataljon de dodelijke schoten.

Al tijdens de oorlog zijn er in Engeland protestgeluiden rond misstanden bij deze executies te horen. De regering ontkent aanvankelijk alles, maar het rumoer houdt aan en uiteindelijk wordt de zaak onderzocht. Rechter Darling komt in 1920 met de uitkomst van het onderzoek. Verrassend is die niet. Volgens dit rapport was alles keurig volgens het boekje gedaan.
Toch schaft Groot-Brittannië in 1930 de doodstraf voor desertie en lafheid in het leger af. De moraal gaat er niet door achteruit: tijdens de Tweede Wereldoorlog worden vier soldaten geëxecuteerd (3 wegens muiterij en 1 wegens verraad) maar het aantal deserties ligt lager dan in de Eerste Wereldoorlog. Uiteindelijk, na het verdrag van Amsterdam in 1998, wordt het Britse leger gedwongen de doodstraf helemaal af te schaffen.


Ook de families van geëxecuteerden werden getroffen. Tot 1917 hield voor hen meteen de legeruitkering op. Een aantal vrouwen moest daarop met de kinderen hun huis verlaten, aangezien ze de huur niet meer konden betalen. Als de werkelijke reden van overlijden bekend werd in hun omgeving, werden deze oorlogsweduwen vaak met de nek aangekeken. Dit is een belangrijke verklaring voor het feit dat zo weinig mogelijk over de 'schande' gesproken werd. Veel familieleden - kinderen, (achter)neven, (achter)nichten - kwamen pas veel later achter de werkelijke gang van zaken.

Een andere reden voor de stilte rondom deze groep oorlogsslachtoffers was dat de verslagen van de krijgsraden decennialang geheim zijn gehouden. De eerste die ze na veel aandringen mocht inzien, was rechter Antony Babington, een WO II veteraan. Maar wel op één voorwaarde: hij mocht geen namen noemen en de geëxecuteerden moesten anoniem blijven. Zijn boek “For the sake of example” (1983) liegt er niet om en is een felle aanklacht tegen het leger dat deze executies toestond.

Verzet tegen openbaarmaking van de archieven kwam vooral van het leger en de conservatieven. Premier John Major verklaarde aanvankelijk dat hij de krijgsraadverslagen niet openbaar wilde maken om nog levende familieleden de schande te besparen. In 1989 kwam de amateur historicus Julian Sykes met het boek “Shot at dawn”. Dankzij hulp van familieleden kon hij juist wel veel namen van “deserteurs” naar boven halen.

Major was in 1992 nog steeds tegen rehabilitatie. Dit maakte hij onder meer duidelijk in zijn antwoord op de inspanningen van Labour parlementslid Andrew MacKinlay, die zich in het Lagerhuis inzette voor rehabilitatie. Wel begon hij met de voorbereiding van een “Bill of Pardon”. In 1996, ‘98 en ‘99 weigerde het parlement een zogenaamde “free vote” over dit onderwerp. Voor bijvoorbeeld een ander heikel onderwerp als de vossenjacht, komt die er wel.

Voordat New Labour met Tony Blair aan de macht komt, doet deze partij geloven dat de rehabilitatie onder haar bewind geregeld zal worden. Het loopt echter anders. In 1998 laat John Reid, toenmalig defensie-minister, weten dat een rehabilitatie er niet in zit: er is te veel tijd voorbijgegaan, de maatstaven van deze tijd moeten niet op die van toen worden toegepast en er is te weinig documentatie bewaard gebleven. Hij verwacht daarom dat in de meeste gevallen het oordeel opnieuw “schuldig” zal zijn en dat zou hun nagedachtenis alleen maar verder schaden. De geëxecuteerden moeten maar als oorlogsslachtoffers beschouwd worden en worden geëerd door hun namen op gedenkstenen te laten plaatsen.

Op 11 november vorig jaar, op Remembrance Day, liep voor het eerst de organisatie “Shot at Dawn” met familieleden van geëxecuteerden officieel mee in de jaarlijkse parade langs de Cenotaph op Whitehall, in het bestuurlijke centrum van London. Ze moesten voor de gelegenheid wel van de organisatie - het Royal British Legion - hun naam veranderen in het neutralere “World War One Pardons Association”. Dezelfde ochtend sprak staatsecretaris van Defensie Geoff Hoon voor de camera's van het GMTV Sunday Programme. Hij herhaalde het standpunt dat een generaal pardon er niet in zat. "The technical question of a pardon is one we felt wasn't appropriate in this retrospective way." De geëxecuteerden die hij omschreef als “those who died in unfortunate circumstances” konden wel op andere manieren herinnerd worden, bijvoorbeeld door hun namen op gedenkstenen te laten plaatsen. Voor veel familieleden was deze uitspraak een hard gelag, zeker gezien het feit dat Nieuw Zeeland onlangs wel een pardon heeft verleend aan de vijf voor desertie geëxecuteerde landgenoten. Op 14 september stemde het parlement daar over de kwestie: 112 stemmen voor, 8 tegen.
In juni wordt in het National Memorial Arboretum in Lichfield (Staffordshire) een beeld onthuld ter herinnering aan de geëxecuteerden. Het beeld stelt de geblinddoekte soldaat Herbert F. Burden van de Northumberland Fusilliers voor. Deze werd op 17-jarige leeftijd wegens desertie doodgeschoten. Om het beeld heen staan 306 houten palen met de namen van de geëxecuteerden.


Research: Theo ToeboschReportage: Hein HoffmannTekst: Theo Toebosch en Hein Hoffmann.
Morgen gaan we stemmen in Amerika. Tijd voor de amerikaanse spindocters om een inmiddels acht jaar oude Budweiser wazzup-hype uit de kast te trekken. Vote.