woensdag, januari 30

Oprechte gedrevenheid laat zich niet beteugelen of systematisch onderdrukken. Hoewel Adrian Vandenberg zich jarenlang voor het oog van de buitenwereld als gitarist en componist in de rockbands Whitesnake en Vandenberg manifesteerde, bleef hij ook zijn passie voor schilder- en tekenkunst trouw. Hij werd opgeslokt door intensieve tournees met zijn bands, die hem in alle werelddelen brachten, maar vond toch steeds tijd en gelegenheid om in verloren uren zijn behoefte aan beeldende uitingen te bevredigen. Al bleven de teken- en schildersessies beperkt tot momenten in de marge, de liefde voor beeldende kunst werd nooit volledig overvleugeld door de tijdrovende aandacht voor muziek.

Adrian Vandenberg behoort tot een relatief kleine groep dubbeltalenten. In Nederland wordt die ‘buitencategorie’ vaak argwanend bejegend. De heersende opvatting is dat iemand niet twee talenten tegelijk kan ontplooien. Dat is slechts gedeeltelijk waar. Als geen ander is Vandenberg zich ervan bewust dat artistieke kwaliteiten in het gedrang kunnen komen. Na de voltooiing van zijn opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Arnhem (beginjaren ’80) raakte beeldende kunst tijdelijk op de achtergrond als gevolg van een stormachtige carrière in de muziek.

Steeds bleef hij er echter van overtuigd dat uitstel niet tot afstel zou leiden. In 1998 besloot hij definitief voorrang te geven aan beeldende kunst en verder te bouwen aan het oeuvre dat hij in de jaren daarvoor al tijdens ‘gestolen momenten’ bij elkaar had gesprokkeld.
Dadendrang is kenmerkend voor de schilderijen en tekeningen van Adrian Vandenberg. Het ligt voor de hand om dynamiek en vaart in zijn werk toe te schrijven aan de gejaagde levensstijl waartoe hij als gevierd gitarist veroordeeld was. Maar de scheppingsdrift staat niet op zichzelf. Behalve artistieke bevlogenheid is ook maatschappelijke betrokkenheid een wezenlijk onderdeel.

De kunstenaar staat met beide benen in de samenleving en drukt die verankering uit in levendige en kleurrijke composities die met schwung op papier of doek zijn gezet.
Expressiedrang sluit reflectie niet uit. Naast een doener die directe en impulsieve dialogen aangaat met de materie, is Vandenberg ook een denker die ongeremd maar ook doordacht reageert op omstandigheden. Concrete voorvallen, persoonlijke en universele gevoelens, doorleefde reiservaringen en dierbare herinneringen infiltreren vanzelfsprekend en onontkoombaar in zijn kunst. Meestal gebeurt dat intuïtief. Soms duiken gebeurtenissen pas jaren later op. De tijd die ligt tussen de gegeven feiten en de artistieke verwerking ervan, is niet van invloed op de heftigheid en intensiteit van het scheppingsproces. Uit de met oilsticks gekraste lijnen en de krachtige penseelstreken spreekt zijn onbedwingbare behoefte om zich te uiten. Het is verleidelijk om uit zijn doorleefde beeldtaal en handschrift af te leiden dat Vandenberg bezig is met een inhaalslag.

Hij is gretig; zijn honger naar nieuwe beelden lijkt niet te stillen. Maar ondanks die gretigheid is er geen sprake van overkill of onnodige gejaagdheid. De composities zijn steeds zorgvuldig opgebouwd en de ultieme vrijheidsbeleving loopt nooit uit de rails. De kunstenaar overspeelt zijn hand niet. Op basis van gevoel en ervaring weet hij precies hoe ver hij kan gaan om het maximale rendement te behalen.
Een opmerkelijk, steeds terugkerend element in het werk van Adrian Vandenberg is de tweezijdigheid. De wereld is gespleten. Mensen gedragen zich ambivalent. Gedachten springen verschillende kanten op. Niets is zo veranderlijk als situaties, stemmingen, het weer en de mens. Vandenberg wordt geboeid door die gespletenheid. Hij observeert mensen en de omstandigheden waarin ze verkeren. Maar tegelijk neemt hij de afstand in acht die nodig is om observaties effectief om te kunnen zetten in beeldende kunst waarin concrete waarnemingen en gewaarwordingen worden verwerkt zonder dat de kunstenaar de controle over het eindresultaat verliest.