maandag, april 12

De moord op de 60-jarige Jacqueline Wittenberg geniet inmiddels landelijke bekendheid als de Deventer moordzaak. Een zaak waarbij buitengewoon veel gespeculeerd is over de vraag of hoofdverdachte Ernst L. schuldig is of niet. Het gerechtshof in Den Bosch deed op 9 februari 2004 uitspraak in deze geruchtmakende zaak. Het hof acht het wettig en overtuigend bewezen dat Ernst L. de man is die de Deventer’ weduwe Wittenberg op 25 september 1999 heeft doodgestoken. Hieronder het dossier over een zaak die inmiddels is verworden tot bijzonder studiemateriaal voor menig rechtenstudent.

Op 25 september 1999 komt de als uiterst punctueel bekend staande Jacqueline Wittenberg een afspraak bij haar kapper niet na. Haar vaste kapster verbaast zich hierover en waarschuwt na een uur wachten ongerust de politie. En die treft de 60-jarige vrouw dood aan in haar woning aan de Deventer Zwolseweg. Ze blijkt op uiterst gewelddadige wijze om het leven te zijn gebracht. Eerst is ze op haar achterhoofd geslagen, daarna is ze gewurgd en vervolgens is ze vijf keer in haar borst gestoken met een keukenmes. De politie vermoedt dat ze al twee dagen dood is.

De 60-jarige weduwe heeft enkele grote gestolde bloedvlekken in haar blouse en ligt onder het portret van haar drie jaar eerder overleden man Willem Wittenberg. Hij was een in Deventer bekend zenuwarts. Zijn vrouw Jacqueline assisteerde hem in zijn praktijk.

Het leven van het kinderloze echtpaar stond in het teken van hun psychiatrische patiënten. Jacqueline Wittenberg kon de dood van haar man maar zeer moeilijk verwerken. Alles in de woning was nog exact zo als op het moment dat haar man was overleden aan een hart stilstand. Voorwerpen zoals zijn bril lagen na drie jaar nog altijd op dezelfde plek. En als ze voor belangrijke beslissingen stond ging ze altijd naar het graf van haar man om raad te vragen. Familieleden konden de weduwe er ternauwernood van af houden om een standbeeld van haar man te laten oprichten in Deventer.

Omdat er geen braaksporen zijn aan de woning vermoedt de recherche dat de moordenaar een bekende van de weduwe moet zijn geweest. Ook omdat niets van waarde is verdwenen uit de woning.

Wel wordt een braadpan, die de weduwe op zolder bewaarde en gebruikte om geld en sieraden in te verstoppen, op de grond van de praktijkkamer teruggevonden. Onduidelijk blijft echter of er iets is verdwenen.

De politie besluit om iedereen in de directe omgeving van de weduwe te horen. Buurtbewoners, vrienden en bekenden worden gehoord, maar al vrij snel wordt duidelijk dat die stuk voor stuk niets met de gruwelijke moord te maken hebben.

Er blijft dan nog een goede bekende van de weduwe over. Het is de fiscaal jurist Ernst L. Sinds enkele jaren verzorgt hij de belastingzaken van het echtpaar Wittenberg. Vlak voor haar dood heeft Jacqueline Wittenberg haar testament nog gewijzigd en… Ernst L. benoemd als executeur testamentair van de miljoenen erfenis.

De recherche heeft een goed beeld hoe de laatste avond van de weduwe is verlopen. Gewoontegetrouw heeft ze naar het acht uur journaal gekeken, daarna heeft ze een boodschappenlijstje gemaakt. Vervolgens heeft ze om 20.25 uur haar laatste telefoongesprek gevoerd. Waarschijnlijk is er kort daarop aangebeld, is ze naar de voordeur gelopen en heeft ze haar vermoedelijke moordenaar binnengelaten.

De 46-jarige fiscaal jurist Ernst L. woont samen met zijn vrouw en twee kinderen in Lelystad. Hij staat bij zijn werkgever bekend als een gedegen en vakbekwame man. Wanneer hij door de recherche als getuige wordt gehoord, verklaart hij dat hij op de avond van de moord eerst naar een klant in Amersfoort is gegaan. Daarna was hij doorgereden naar de Jaarbeurshal in Utrecht, alwaar hij om 19.00 uur ’s avonds een verplicht gestelde cursusavond voor zijn werk moest bijwonen. Maar aangezien hij de lezing niet interessant vond, is hij kort nadat hij zijn naam op de presentielijst had gezet weer vertrokken.

Volgens Ernst L. was hij om 21.00 uur weer thuis in Lelystad. Hij heeft echter een nogal opvallende route naar huis genomen. Hij rijdt via Amersfoort, Harderwijk en ‘t Harde naar Lelystad. Bepaald niet de snelste weg vanuit Utrecht. Logischer lijkt het om via Almere naar Lelystad te rijden. Deze route is namelijk zo’n 50 kilometer korter.

Maar er is meer… uit het recherche onderzoek is gebleken dat het laatste telefoongesprek van de weduwe Wittenberg is gevoerd met niemand minder dan … Ernst L. Wanneer de politie hem daarmee confronteert verklaart hij dat hij ter hoogte van Harderwijk heeft gebeld naar mevrouw Wittenberg. Maar als de recherche nagaat bij welk basisstation het GSM signaal is opgevangen doen ze een opmerkelijke ontdekking. Ernst L. blijkt met zijn mobieltje paal 14501 een GSM station op de Nieuwstraat in Deventer te hebben aangestraald, niet ver van het plaats delict. De politie concludeert hieruit dat Ernst L. liegt over zijn alibi.

Daar komt nog bij dat het telefoontje van Ernst aan de weduwe slechts 16 seconden heeft geduurd. De recherche vermoedt dat dit summiere gesprek, dat kort voor de moord heeft plaats gevonden, hooguit een telefoontje kan zijn geweest in de trant van; ‘ik kom er aan of ‘ik sta voor de deur’.

Wanneer er ook nog eens een vingerafdruk van Ernst L. in de woonkamer van de weduwe wordt gevonden, wordt hij op 19 november 1999 gearresteerd op verdenking van moord op de 60-jarige Jacqueline Wittenberg. Ernst L. ontkent echter hardnekkig dat hij iets met de moord te maken heeft. Volgens hem is er iets mis gegaan met de registratie van zijn GSM gegevens. Volgens verschillende onafhankelijke GSM deskundigen wordt een fout in de GSM registratie overigens vrijwel onmogelijk gehouden en is Ernst L. op de avond van de moord in Deventer geweest. Over de in de woning van de weduwe gevonden vingerafdruk stelt Ernst L. dat hij wel vaker bij haar thuis is geweest en dat het dus niet zo vreemd is dat zijn vingerafdrukken daar worden gevonden.

Kort na de moord komt er bij de politie een belangrijk telefoontje binnen. Een man vertelt dat hij in een trapportaal van een flatwoning aan de Gibsonstraat een mes en paraplu heeft gevonden. De straat waar het mes is gevonden ligt op zo’n anderhalve kilometer van de plaats delict. En wanneer speurhond Spike ook nog eens de geur van Ernst L. herkent op dit keukenmes is de zaak voor de politie rond.

Maar zo simpel liggen de zaken niet. De fiscalist blijft hardnekkig ontkennen dat hij iets met de moord te maken heeft. En op 9 maart 2000 wordt Ernst L. wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken door de Zwolse rechtbank. Justitie gaat in beroep tegen het vonnis. Ruim acht maanden later doet het Arnhemse hof een verrassende uitspraak. Ondanks dat er geen nieuw feitenmateriaal is ingebracht door justitie veroordeelt het hof Ernst L. tot 12 jaar wegens moord.

Volgens het hof heeft Ernst L. het in de Gibsonstraat gevonden mes in z’n handen gehad en is hij de avond van de moord in Deventer geweest. Toch maken deze twee feiten van Ernst L. nog geen moordenaar. Maar de leugenachtige verklaring van Ernst dat hij de avond van de moord niet in Deventer is geweest, is hem door het Arnhemse hof zwaar aangerekend. Volgens de Arnhemse raadsheren heeft Ernst met deze leugen willen maskeren dat hij avond van de moord wel degelijk in de woning van weduwe Wittenberrg is geweest.

Het hof acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Na de veroordeling van L. duikt schriftkundig bureau Waisvisz in de zaak. Het bureau wordt gerund door het echtpaar Ed en Wanda Waisvisz. Zij hebben de zaak altijd op de voet gevolgd en zijn overtuigd van de onschuld van Ernst L. In de gevangenis nemen zij hem een zogenoemde ‘waarheidstest’ af. Deze test die zou werken als een soort leugendetector. Ernst L. moet een gedicteerde tekst opschrijven waarin hij verklaart dat hij niets te maken heeft met de moord. Op basis van de handschriftanalyse concludeert het schriftkundig en grafologisch bureau dat L. onschuldig moet zijn.

Het is een onderzoek dat in vakkringen de nodige vragen oproept. Het blijkt namelijk een nog nooit vertoond fenomeen dat een verdachte van een levensdelict wordt uitgesloten op basis van zijn handschrift. Maar voor het schriftkundig bureau Waisvisz is de toon is gezet. Als zij vervolgens het strafdossier bestuderen, besluiten zij tegenonderzoek te verrichten en leggen dit vast in een eigen rapport. Het resultaat sturen zij naar L’s advocaat: mr. Boksem van het Friese advocatenkantoor Anker en Anker. Die dient vervolgens een zogenaamd herzieningsverzoek in bij de Hoge Raad der Nederlanden. Boksem, Waisvisz en Ernst L. willen dat de zaak net als bij de Puttense moordzaak opnieuw voor de rechter komt.

Zij vinden dat er twijfel bestaat over het gevonden mes als moordwapen. De geurproef met speurhond Spike zou uiterst onbetrouwbaar zijn. Bovendien komt de vorm van het mes niet overeen met de bloedafdruk die is aangetroffen op de blouse van de weduwe en hebben de toegebrachte steekwonden een diepte van 10 centimeter terwijl het lemmet van het gevonden mes achttien en een halve centimeter is. Ook over het telefoongesprek dat L. vanuit de auto heeft gevoerd met de weduwe, bestaat volgens Waisvisz en mr. Boksem twijfel. Het GSM signaal van de mobiele telefoon van L. zou door een uitzonderlijk atmosferisch natuurverschijnsel die avond meer dan 30 kilometer overbrugd kunnen hebben, aldus de raadsman en het schriftkundig bureau.

Hoewel de advocaat generaal een groot deel van de nieuw aangevoerde feiten niet als zodanig erkent, laat hij in zijn conclusie weten dat op bepaalde punten nieuw onderzoek van belang kan zijn. Zo worden met betrekking tot de geurproef opnieuw getuigen gehoord en zal ook gekeken worden naar de invloed van het zeldzame atmosferische verschijnsel op het signaal van Ernst L.’s mobiele telefoon.

In juni 2003 besluit de Hoge Raad dat de zaak tegen verdachte Ernst L. heropend moet worden. Volgens de Hoge Raad moet een herziening volgen omdat er twijfels zijn gerezen over het vermeende moordwapen. Ernst L. heeft inmiddels een andere advocaat in de arm genomen. Mr. G.J. Knoops zal de zaak verdedigen. Na de uitspraak van de Hoge Raad wordt L. direct op vrije voeten gesteld.

De zaak komt in december 2003 opnieuw voor bij het gerechtshof in Den Bosch en neemt drie dagen beslag. En dan blijkt dat ook het OM van mening is dat Ernst L. nooit veroordeeld had mogen worden op basis van het gevonden mes. De zaak wordt voortgezet in januari 2004. En dan komt er plotseling een verrassende wending.

Het Openbaar Ministerie heeft nieuw onderzoek laten verrichten naar sporen op de blouse van het slachtoffer. En het Nederlands Forensisch Instituut heeft daarop verschillende sporen ontdekt met het DNA van Ernst L.

Aan de binnenkant van de kraag is een kleine spat bloed aangetroffen afkomstig van L. en op een aantal andere plekken is sprake van contact- en aanrakingssporen die er op duiden dat Ernst L. de weduwe wel degelijk -hardhandig- heeft aangeraakt.

Ook de kwestie rond het GSM-signaal is door verschillende deskundigen aan een secuur onderzoek onderworpen. Uitgesloten wordt dat het signaal van L’s telefoon vanaf de A28 bij ’t Harde is aangestraald op een mast in Deventer.

Na twee weken beraad komt het gerechtshof op maandag 9 februari 2004 met een uitspraak. Hierin wordt gesteld dat de raadsheren het wettig en overtuigend bewezen achten dat Ernst L. verantwoordelijk is voor de dood van de weduwe. L. wordt in de rechtszaal ter plekke aangehouden en onder luid protest afgevoerd door vier parketwachten. Hij moet de eerder door het Arnhemse hof opgelegde gevangenisstraf van 12 jaar alsnog uitzitten.

Zijn advocaat mr. Knoops ging in cassatie bij de Hoge Raad. Volgens Knoops was het juridisch niet acceptabel dat het Openbaar Ministerie nieuw bewijsmateriaal in de zaak had ingebracht. De Hoge Raad oordeelde echter anders. In februari 2005 werd het cassatieverzoek verworpen. Mr. Knoops heeft de zaak nu aangedragen bij het Europese hof voor de rechten van de mens. Volgens Knoops heeft zijn cliënt door fouten in het politieonderzoek geen eerlijk proces gehad. Naar verwachting heeft het Hof minstens anderhalf jaar nodig om te beoordelen of de zaak van Ernst L. ontvankelijk is.


De opiniepeiler Maurice de Hond gelooft hardnekkig in de onschuld van Louwes en plaatste zelfs op eigen kosten op 16 maart 2007 een paginagrote advertentie hierover in diverse Nederlandse dagbladen. Peter R. de Vries daarentegen is overtuigd van de schuld van Louwes. Op 18 maart 2008 besliste de Hoge Raad dat de Deventer moordzaak niet werd heropend en dat Louwes ook het restant van zijn gevangenisstraf (een jaar) moest uitzitten; hij werd hierna op 22 april 2009 in vrijheid gesteld. Zijn advocaat Geert-Jan Knoops kondigde aan een nieuw herzieningsverzoek voor te bereiden.

Een dag na zijn invrijheidstelling presenteerde hij zijn boek Schuldig, waarin hij zijn visie geeft op de zaak.

Ik heb het boek inmiddels.
Angstaanjagend wat justitie kan doen in dit land.
Luister naar het liedje van Claudia en huil misschien wat.

En als toetje omdat ik ook aan hoor en wederhoor doe de mening van Peter R de Vries, iemand waar ik altijd een beetje de kriebels van krijg maar die vast ook het beste met ons voor heeft. Klik.

ClaudiaLinda