donderdag, maart 30

De Belgische staatssecretaris Bruno Tuybens van Overheidsbedrijven heeft er schoon genoeg van. Al tien jaar heeft de Belgische overheid plannen met de IJzeren Rijn, de ongebruikte spoorlijn door midden-Limburg. Maar Nederland blijft tegenwerken, zelfs nu er een uitspraak van het Hof van Arbitrage in Den Haag ligt. Voor Tuybens (44, SP) is de maat vol. De Nederlandse minister van Verkeer, Peijs, past �vertragingstactieken� toe, schendt haar eigen afspraken en houdt zich niet aan de arbitrage-uitspraak. �Ik onthoud me van waardeoordelen daarover, die laat ik liever aan anderen over. Maar er moet een einde aan komen. Er is al bijzonder veel tijd verloren.� Tuybens wil de IJzeren Rijn zo snel mogelijk tijdelijk in gebruik nemen. �Natuurlijk is daar terechte bezorgdheid, vooral in Roermond. Maar in 2000 hebben we afspraken gemaakt over het tijdelijke gebruik. Het zou om maximaal vijftien treinen per dag gaan, rijdend met een beperkte snelheid. Ook mocht er geen blijvende milieuschade optreden. Aan deze voorwaarden is voldaan, experts hebben alles uitgerekend. Er kan geen onduidelijkheid meer over bestaan.� De staatssecretaris maakt een snelle rekensom. �Tien treinen per werkdag kunnen jaarlijks 117 duizend containers vervoeren. Als je die allemaal over de weg wilt vervoeren, ben je 233 duizend vrachtwagenritten kwijt. Dat zijn ongeveer duizend vrachtwagenritten per werkdag.� Nederland heeft er ook belang bij dat al die goederen niet over de weg worden vervoerd, stelt hij. �Ik zeg wel eens bij wijze van boutade: �We kunnen al die vrachtwagens ook door de binnenstad van Roermond laten rijden�.� Dat zal niet gebeuren, haast hij zich erbij te zeggen. Maar Tuybens standpunt is duidelijk: Nederland heeft ook voordeel bij de IJzeren Rijn. �De doorstroming op de weg verbetert, de verkeersveiligheid, de geluidsoverlast vermindert. Dat zijn allemaal berekenbare voordelen�, zegt hij. Belgi� mag de waarde hiervan aftrekken van de eigen bijdrage, stelt Tuybens. Hij leest ter illustratie een passage uit de arbitrage-uitspraak voor. �Maar wat zegt Nederland nu? We gaan deze voordelen met onze eigen kosten verrekenen. Maar dat is in strijd met de arbitrage-uitspraak. Dit is duidelijk meer dan een afleidingsmanoeuvre.� Peijs� opstelling is helder. Over het tijdelijke gebruik van de IJzeren Rijn wenst ze niet te praten, want daar heeft het Hof van Arbitrage zich niet over uitgelaten. En het definitief opknappen van de spoorlijn ziet ze ook niet zitten. �Ik hoef geen spoorlijn. Zij willen een spoorlijn�, zei ze begin juni vorig jaar in de Tweede Kamer. Op verzoek van de Kamer stelde ze een �Sint Juttemis-plan� op: ze wacht zo veel mogelijk af en wil pas onderhandelen als de Belgische regering geld heeft gereserveerd in de begroting voor het opknappen van de IJzeren Rijn. Tuybens vindt dat een flauwe eis. �Het is niet redelijk om van ons te vragen nu al geld te reserveren dat we pas in 2011 nodig zullen hebben. Mevrouw Peijs kan er echter van uitgaan dat we tegen die tijd voldoende geld beschikbaar hebben. Dat is haar trouwens bevestigd in een brief van de Belgische regering.� De financi�le voorwaarde stoort hem nog het minst. Bozer is hij over andere tegenwerkingen van Peijs. Zo vindt Tuybens het vervelend dat de minister eindeloos treuzelt met het instellen van een commissie van financi�le experts. �Mevrouw Peijs beloofde mij in december vorig jaar dat ze op zeer korte termijn die commissie zou instellen. Dat is nog steeds niet gebeurd, ondanks herhaaldelijk aandringen van onze zijde.� Peijs houding verbaast hem des te meer omdat premier Balkenende onlangs in Brugge alle medewerking beloofde. �Hij beloofde dat er geen sprake zou zijn van vertragingstactieken en dat hij zich neerlegt bij de arbitrage-uitspraak. Ik zie dan ook een discrepantie tussen de woorden van Peijs en die van de premier. Dat kan niet. �Bovendien koppelt Peijs dossiers aan elkaar, hoewel ze mij in december aangaf dit niet te willen doen.� Haar ambtenaren zouden hebben geklaagd dat de gezamenlijke bestelling van HSL-treinstellen onvoldoende opschoot. Ze zouden daarom geen haast maken met de ingebruikname van de IJzeren Rijn. Tuybens: �Zoiets is moeilijk aanvaardbaar. Dat is bestuurlijk niet netjes.�