maandag, augustus 11

Deze centrale is bekend geworden omdat er een ongeval plaats vond op 28 maart 1979. Het begon met een betrekkelijk geringe storing in het secundaire koelcircuit van de centrale. Die storing zorgde er voor dat de temperatuur in het primaire koelwater ging stijgen. Zoals het hoort, schakelde de reactor hierna automatisch af, dit gebeurde in ongeveer een seconde. Als een reactor afgeschakeld is, vindt er geen kettingreactie van kernsplijtingen meer plaats. De warmteproductie stopt grotendeels, maar ook een uitgeschakelde reactor produceert door vervalprocessen van het radioactieve materiaal nog veel restwarmte die moet worden afgevoerd. Dit gebeurt via het koelsysteem.

De druk in het primaire koelsysteem begon op te lopen, waarop een veiligheidsventiel open ging om de druk te verlagen. Dit ventiel ging echter niet meer dicht toen de druk voldoende was gezakt, en deze fout kon door het ontwerp van de centrale door de operators ook niet vanaf het controlepaneel worden waargenomen. Hierdoor ging een zo groot deel van de primaire koelvloeistof verloren dat er stoombellen in de leidingen in de reactor ontstonden waardoor de koeling van de reactor niet meer voldoende was en de temperatuur bleef oplopen. Hierdoor werd de reactorkern ernstig beschadigd. Bij het ongeval zijn radioactieve gassen geloosd in de atmosfeer. De operators in de controlekamer waren niet in staat de situatie waar te nemen en adequaat te reageren op de onvoorziene afschakeling van de reactor. Onvoldoende instrumentatie en te weinig training op het hanteren van noodsituaties bleken mede-oorzaken van het ongeval te zijn.

Omdat er lozing van radioactieve stoffen had plaatsgevonden, werd besloten gedurende vele jaren de gezondheid van de bevolking te volgen (in de Amerikaanse staat Pennsylvania). Dit bevolkingsonderzoek is 18 jaar lang voortgezet, maar heeft geen nadelige gevolgen voor de bevolking vastgesteld. De ontvangen stralingsdosis na het ongeval was binnen 15 kilometer van de centrale gemiddeld 0,08 milliSievert (0,08 mSv), met een enkele uitschieter voor een individu van 1 mSv. 1 milliSievert is ongeveer een derde van wat mensen in dat gebied van nature al ontvangen aan straling uit natuurlijke bron.

Er waren weliswaar geen gevolgen voor de gezondheid, maar de economische schade was wel aanzienlijk. Pas na 6 jaar kon men het reactorvat openen en toen bleek dat de schade veel groter was dan eerst verondersteld. Een groot deel van de reactorbrandstof lag gesmolten op de bodem van het vat. Een kernsmelting had echter niet plaatsgevonden. Pas in 1993 was de schoonmaak van het reactorvat afgerond. De centrale was economisch gezien verloren. De eenheid wacht nu op afbraak. Dit zal gebeuren wanneer de tweede eenheid van de centrale buiten gebruik wordt genomen.

Het ongeluk in Harrisburg heeft samen met de ramp in Tsjernobyl geleid tot een wereldwijde bewustwording van de risico's van kernenergie. Toch heeft dat niet geleid tot grootschalige afbouw van kerncentrales. Wel is er een tijdlang een aanzienlijke terughoudendheid ontstaan bij het bouwen van nieuwe centrales. Pas sinds ongeveer 2000 is de belangstelling voor de inzet van kernenergie in de mix van energiebronnen weer aan het toenemen. Vandaar dat er naast de snel voortgaande nieuwbouw in Azië (economische hot-spots), ook weer nieuwbouw gepleegd wordt in Oost-Europa en Finland. Ook zijn er in de Verenigde Staten weer initiatieven voor de bouw van nucleaire centrales.