zaterdag, mei 1

Er zijn er velen:

De rechtszaak tegen de Australische Schapelle Corby lijkt voorbij. De rechtbank in Bali heeft besloten dat ze blijft veroordeeld voor drugssmokkel. ‘Mijn enige misdaad is dat ik mijn tas niet heb afgesloten.’

Schapelle Corby barst in tranen uit. De 28-jarige Australische ziet woensdag haar laatste hoop aan scherven vallen als een rechtbank in Bali besluit dat haar rechtszaak niet verder zal worden verlengd. De kans om nog nieuwe getuigen aan te voeren om haar onschuld te bewijzen is voorbij. Dat betekent dat haar veroordeling blijft staan: Schapelle Corby blijft veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf voor het smokkelen van 4,1 kilo marihuana van Australië naar Bali.

Zij heeft gehuild, geschreeuwd, gesmeekt en gevochten, maar woensdag lijkt zij moe. Zelfs haar glamour-advocaat Hotman Paris Hutapea lijkt uitgeteld. Hij ziet nog één kans, zegt hij wel. Hij kan opnieuw een heropening van de zaak aanvragen, zegt hij. Nog is alles niet verloren, belooft hij. Maar de kans op een tweede heropening van de rechtszaak lijkt erg klein.

Schapelle Leigh Corby is op 8 oktober aangehouden op het vliegveld van Denpasar (Bali). In de tas waarin haar surfplank zit blijkt zich ook 4,1 kilo marihuana te bevinden. Corby heeft de drugs nooit eerder gezien, zegt zij. Maar dat zeggen ze allemaal, oordeelt de rechtbank en veroordeelt haar tot twintig jaar. Daarmee komt Corby er nog genadig vanaf: in Indonesië krijgen mensen wel voor minder de doodstraf.

De veroordeling van de mooie, jonge Corby brengt in Australië echter een storm van verontwaardiging teweeg. Via kranten en televisie doet zij emotionele, hartverscheurende oproepen. Zij schrijft een smeekbrief aan premier Howard (‘Alstublieft, bevrijd mij van deze nachtmerrie en geef mij mijn vrijheid’) en de premier antwoordt al even emotioneel (‘Wij zullen alles doen om je te helpen’). Veel Australiërs volgen haar rechtszaak op televisieschermen in de kroeg, alsof het een rugbywedstrijd betreft. Weinig mensen in Australië twijfelen aan haar onschuld.

Als eind mei het vonnis wordt geveld, puilt de rechtszaal in Denpasar uit van de Australische vakantiegangers. De veroordeling veroorzaakt een korte maar hevige anti-Indonesische golf in het buurland. Australiërs roepen een boycot van Bali uit en eisen het geld terug dat zij voor de tsunamislachtoffers in Atjeh hebben gegeven. De Indonesische ambassade in Canberra ontvangt brieven met een verdacht poeder (dat bij nader onderzoek onschuldig blijkt te zijn) en op de muren van het deelstaatsparlement in Perth heeft iemand ‘Free Schapelle’ en ‘Invade Indo’ geschilderd.

De verhitte Australische gemoederen wekken in Indonesië licht geamuseerde reacties op. Die Australiërs mogen denken dat Indonesië geen rechtstaat is en bevolkt wordt door terroristen, maar kijk eens wat zij zelf doen? ‘Wij veroordelen mensen op basis van bewijzen (een zak vol marihuana), en niet op basis van een stel theatrale betuigingen van onschuld, hoe hartverscheurend die ook mogen zijn’, schampert een columniste in het Indonesische weekblad Tempo.

Tot op het hoogste regeringsniveau wordt nog geprobeerd het lot van Corby te verzachten. Indonesië lijkt gevoelig voor de Australische druk. Het hof in Bali heropent de zaak, wat hoogst ongebruikelijk is, en geeft Corby nog een kans.

Advocaat Hutapea kondigt aan twaalf nieuwe getuigen te zullen oproepen, onder wie een Australische crimineel die heeft toegegeven dat de drugs in de tas van Corby niet van haar waren. De getuigen komen niet. Op de eerste zittingsdag, twee weken geleden, is er alleen een Indonesische juridische expert. Woensdag verschijnen twee medewerkers van de Australische luchtvaartmaatschappij Qantas. Die verklaren dat zij bij het afhandelen van Corby’s bagage niets bijzonders hebben gezien of geroken. Maar echt herinneren kunnen zij zich Corby en haar surfplank niet.

De rechters vinden het dan wel genoeg. De zaak wordt gesloten. Ook het verzoek om getuigen via ‘teleconferentie’ te horen wordt afgewezen.

Corby gaat terug naar haar cel om haar straf uit te zitten. Zij houdt vol dat zij onschuldig is, maar het doet er niet meer toe: ‘Ik kom hier uit over twintig jaar. Dan ben ik 47. En ik heb het niet gedaan en ik weet niet waarom dit gebeurt en ik wil gewoon dat er iemand komt die mij helpt en mij hier vandaan haalt. Mijn enige misdaad is dat ik mijn tas niet heb afgesloten.’