dinsdag, april 5

Triggerfinger is al jaren een ware live-sensatie. De band die 3FM-presentator Eric Corton als groot fan kan noemen, is veelvuldig op de Nederlandse en Belgische poppodia te vinden. Ook doen deze drie Belgen het ook altijd zeer goed op de vele popfestivals. Het is dus niet verwonderlijk dat het Triggerfinger nog nooit echt gelukt is om dat live-gevoel op de cd over te zetten.

De ruige blues-rock moet zweten en dampen, iets dat in een studio niet echt wil lukken.
Inmiddels is de derde plaat ‘All this dancing around uit’. En wederom is vastgesteld, dat het ook dit keer niet gelukt is om dat podiumgevoel in de studio te laten klinken. Integendeel, het lijkt eerder of men de sound wat meer heeft weten te polijsten. Vreemd genoeg heb ik toch het gevoel dat, ondanks dat meer benutten van de studiomogelijkheden, ‘All this dancing around’ toch meer als een live-cd klinkt als de twee voorgangers.

Het titelnummer, waar de plaat mee begint, pakt de luisteraar direct aan met een duidelijk aan Led Zeppelin refererende sound. Zonder ouderwets te klinken echter, want er zijn ook duidelijke invloeden van (vooral) Queens of the Stone Age, Monster Magnet, Soundgarden en het oude werk van Rush. Het zijn vergelijkingen die doen denken aan een harde beukplaat. Niets is echter minder waar, want bij nadere beluistering blijken er ook post-rock achtige elementen in deze plaat te zitten.

Het geeft Triggerfinger een absoluut eigen sound.
Het is Triggerfinger gelukt een afwisselend album de maken, waarin behalve de moddervette rock, ook ruimte is voor rustiger werk, zoals ‘Love lost in love’ en ‘All night long’. Het is allemaal goed gedoseerd, waardoor de plaat geen moment verveelt, zelfs niet in het lange ‘My baby’s got a gun’, dat een broeierige sfeer kent. ‘All this dancing around’ is zonder meer een uitstekende, maar vooral lekkere plaat. Maar wel één die volgens mij op de podia nog veel lekkerder klinkt.